REPUBLIC BANK BEPERKT
104
Toelichting op deGeconsolideerde Jaarrekening
Voor het jaar eindigend op 30 september 2014. Uitgedrukt in duizenden Trinidad en Tobago dollars ($'000), tenzij anders vermeld
23 Reële waarde
(vervolg)
23.2 Reële waarde en reëlewaardehiërarchieën
23.2.1 Bepaling van reële waarde en reëlewaardehiërarchieën
De Groep hanteert de volgende hiërarchie voor het bepalen en vermelden van de reële waarde van beleggingseffecten op basis van waardering
technieken:
Niveau 1
In de categorie Niveau 1 zijn financiële activa en verplichtingen opgenomen die geheel of gedeeltelijk worden gewaardeerd op basis van gepubliceerde
koersen in een actieve markt. Een financieel instrument wordt beschouwd als genoteerd in een actieve markt als de genoteerde prijzen op eenvoudige en regelmatige basis beschikbaar zijn.
beschikbaar zijn bij een beurs, handelaar, makelaar, industriegroep, prijsservice of regelgevende instantie en deze prijzen de werkelijke
en regelmatig voorkomende markttransacties op zakelijke, objectieve grondslag.
Niveau 2
In de categorie Niveau 2 zijn financiële activa en verplichtingen opgenomen die worden gewaardeerd met behulp van een waarderingstechniek gebaseerd op
aannames die worden ondersteund door prijzen van waarneembare actuele markttransacties en waarvoor de prijs wordt verkregen via
prijsbepalingsdiensten, maar waar de prijzen niet zijn bepaald in een actieve markt. Dit omvat financiële activa met een reële waarde
gebaseerd op noteringen van makelaars, investeringen in private equity fondsen met reële waarden verkregen via fondsmanagers en activa die worden gewaardeerd
met behulp van de eigen modellen van de Groep waarbij het merendeel van de aannames waarneembaar is in de markt.
Niveau 3
Opgenomen in de categorie Niveau 3 zijn financiële activa en passiva die niet genoteerd zijn omdat er Nee actieve markten zijn om het niveau van de financiële activa en passiva te bepalen.
een prijs. Deze financiële instrumenten worden tegen kostprijs aangehouden, zijnde de reële waarde van de vergoeding die is betaald voor de verwerving van de financiële instrumenten.
investeringen en worden regelmatig beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen.
De volgende tabel toont de hiërarchie in de waardering tegen reële waarde van de activa en verplichtingen van de Groep per 30 september 2014.
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Totaal
2014
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde
Beleggingseffecten
3,437,232
4,814,325
8,825
8,260,382
Financiële activa waarvoor
reële waarde wordt vermeld
Vooruitgangen
-
27,258,579
-
27,258,579
Financiële verplichtingen waarvoor
reële waarde wordt vermeld
Huidige, spaar- en
depositorekeningen
-
43,774,832
-
43,774,832
Uitgegeven schuldbewijzen
-
1,244,434
-
1,244,434
23.2.2 Overdrachten tussen niveau 1 en 2
Voor het jaar eindigend op 30 september 2014 werden Nee activa overgedragen tussen Niveau 1 en Niveau 2.
